Overzicht kaart 9

1. De Wobbekamp
Het is niet bekend wie deze Wobbe, de naamgever van dit perceel, geweest is.

Rom Paad, kaart 9

2. De Ankemuoiskamp
Het is onbekend wie ‘Ankemuoi’ precies geweest is.

3. en 4. De Heidkamp
Deze naam spreekt voor zichzelf: het gaat om een gedeelte heide dat tot landbouwgrond gemaakt werd. In de Floreenkohieren van 1700 worden al (in cultuur gebrachte) 'Heidcampen en Heidlanden' genoemd. Uiteraard werd de heide (oostelijk van de buorren van Eastermar en It Heechsân gelegen), niet in één keer, maar geleidelijk aan in cultuur gebracht. Het woord heide komt in allerlei combinaties voor. Enkele voorbeelden van dergelijke namen zijn – naast Heidkamp - de Heiden en de Heidens. Heidkamp komt ook voor in combinatie met namen van eigenaars, zoals Gabe Heidkamp, Auke Heidkamp, Roanes Heidkamp. Ook combinaties die met ligging, vorm en afmeting te maken hebben komen voor: Foarste Heidkamp, Lange Heidkamp, Grutte Heidkamp, Lytse Heidkamp, etc.

7. en 8. De Pytsjekampen
Het is niet bekend aan welke ‘Pytsje’ de naam van deze landen ontleend is.

9. De Grutte Heidkamp
Deze naam is een voorbeeld van naamgeving, waarbij de afmeting van het betreffende perceel (landbouwgrond, vroeger heide) een rol gespeeld heeft.

10. De Lange Heidkamp
Net als bij de ‘Grutte Heidkamp’ is dit een voorbeeld van naamgeving, waarbij vorm en afmeting een rol gespeeld hebben. Het betreft een stuk heide waar landbouwgrond van gemaakt werd.

11. It Jan Koartlân
Met ‘Koarthakke’ wordt in het Fries de duivel bedoeld. Veltman schrijft in zijn boekje ‘Oostermeer geschiedkundig beschreven’ op pag. 18: ‘Een tweede, nog gevaarlijker punt aan den Zwarten Weg was - en is misschien nog - waar de Halve Weg er op uitkomt. Daar heeft een zekere Jan gevochten met den duivel die hem kort en goed den nek omdraaide. Men vond Jan den volgenden dag dood aan de kant van den weg met het hoofd achterstevoren op den romp. Ter herinnering aan dit feit noemde men een stuk land in de nabijheid 'Jan Koartlân'. Zie ook de nrs. 14. en 15.

14. en 15. De Grutte Mâlen
Naast de naam ‘De Grutte Mâlen’ of ‘De Mâlen’ wordt voor dit grote stuk land ook de naam ‘Jan Koartlân’ gebruikt. Zie nr. 11. Voor de betekenis van het woord ‘mâle, zie de nrs. 25 t/m 28.

16. en 17. De Tillekamp
De nrs. 16 en 17 waren ooit één perceel. De opbrengst van dit perceel was bestemd voor het onderhoud van de ‘Eastermarder Tille’, de vaste brug over de Lits (een zgn. ‘hooghout’), die tot ver in de 19e eeuw de buorren van Eastermar met de Sumarderwei verbond.

19. De Foarste Heidkamp
Dit perceel landbouwgrond, vroeger een stuk heide, ontleent zijn naam aan de ligging ervan, ‘vooraan’ aan de Mâlewei. Rond 1865 kwam het in bezit van de familie Hansma, die het naar de vroegere eigenaar Lodewijk Eskes ook wel ‘It Loadewykslân’ noemde. Zie ook nr. 22.

20. De Filippuskamp
De naam van dit perceel is een herinnering aan een vroegere eigenaar, Filippus Benedictus.

21. De Ankemakamp
Het is niet bekend welke familie ‘Ankema’ de naamgever van dit perceel is geweest. Of luidde de oorspronkelijke naam wellicht ‘Ankemuoi-kamp’?

22. It Loadewykslân
De naam van dit stuk land is afkomstig van een vroegere eigenaar, Lodewijk Eskes. Zie ook nr. 19.

23. De Finne
‘Finne’ is een gebruikelijke naam voor een stuk weiland.

24. De Kifinne
Deze naam is mogelijk een verbastering van ‘Kiif-finne’. Het woord ‘kijven’ betekent twisten, dus er bestond ooit een geschil over eigendom of gebruik van deze grond. In het Register van de Aanbreng van 1511, waarbij een grondbelasting op cultuurgrond werd ingevoerd, wordt bij Eastermar ‘gras up kijff’ vermeld, maar de ligging daarvan is onbekend. Vrgl. de naam Kijfhoek, gemeente Zwijndrecht.

25, 26, 27. en 28. De Mâlen
Dit kompleks landen wordt al vermeld op de kaart van Schotanus-Halma uit 1718 als ‘De Mâle, Weijdland’. De betekenis van ‘Mâle’ is onzeker. Mogelijk is er een verband met ‘mandelân, manlân’, waarbij ‘mande’ betekent ‘gezamenlijk, in gemeenschap.’ Vrgl. het Middeleeuwse woord ‘maal’, dat deelgenoot betekent. Dit zou inhouden dat het hier om vanouds een meenschaar gaat, weiland dat gemeenschappelijk beweid werd. Ook een verband met een oude oppervlaktemaat (‘mollen’, een roede) is niet uitgesloten.

29 en 30. De Krúsmâlen
De nrs. 29 en 30. waren ooit één perceel. Beide percelen staan nu gezamenlijk bekend als ‘De Krúsmâlen’, maar de Floreenkohieren geven een andere naam. In 1700 luidt de naam ‘de Hardehout’, maar die naam zal ‘de Hardehorne’ moeten luiden, gezien de volgende spellingswijzen: in 1738 en 1748 ‘de Harde Herne’ en van 1758 tot 1858 ‘de Harde Horne’. Het woord ‘herne’ of ‘horne’ betekent ‘hoek’. De ‘Krúsmâlen’ ontlenen hun naam aan hun ligging, dwars op de ‘Mâlen’.

31. De Baarnekamp
Het is niet bekend wat deze naam precies betekent.

33. De Wytsommekamp
Het is onbekend welke ‘oom Wytse’ als naamgever van dit perceel gefungeerd heeft.

Naar boven